In gesprek met…
Berry van den Brink

Partner van Esther Hagen
Werkzaam bij Fietscafé De Proloog in Amerongen
Favoriete natuurgebied: Utrechtse Heuvelrug

Noodgedwongen stoppen met fietsen

Het overkwam Berry afgelopen jaar. Een aangeboren hartafwijking maakte plots een eind aan vele jaren op de fiets. Gewoon in de buurt of tijdens een uitdagende ultra als de Tuscany Trail, wat meteen ook de allermooiste was.

Fietsen zit diep in zijn DNA. Wat begon met fietsvakanties, bleek al snel de liefde van zijn leven (na Esther welteverstaan). Hij is de drijvende kracht achter De Proloog, was ooit manager bij Profiel fietsenzaken en een van de eerste die aan de basis stond van de eerste mountainbikewedstrijden die werden gereden in Nederland. Zelf reed hij er ook meerdere. En bij wielvereniging Gaul! Cycling for War Child leerden wij elkaar kennen en Berry ook zichzelf.

Althans, bij Gaul! ontdekte hij tijdens de clubkampioenschappen dat hij eigenlijk helemaal niet zo hard kan fietsen. Wel dat hij het heel lang kan volhouden. Dat inzicht werd het begin van een verzameling brevetten en ultra races door heel Europa. Eerst moet je laten zien dat je lange afstanden kan fietsen binnen een bepaalde tijd (200, 300 en 600 km), daarna mag je meedoen aan de brevetten met afstanden tussen de 1.000 en 2.000 km. Pauzeren mag (en kan), maar ga je slapen dan haal je de tijdlimiet niet. Dus fiets je letterlijk dag en nacht. Zwaar, maar wat een avontuur moet dat zijn!

Berry na 78 uur fietsen:

Zelf heb ik dit soort races altijd met een combinatie van bewondering en verbazing (lees: die zijn echt knettergek) aangehoord. Wie wil nou 1.300 km achter elkaar fietsen? Tijdens onze wandeling over de Amerongse berg vertelde hij erover en kreeg ik tot mijn verbazing zowaar ook zin om (ooit) zoiets te gaan doen.

Dat niet hard kunnen fietsen maar het wel heel lang kunnen volhouden blijkt nu dus goed te verklaren door de hartafwijking. Echter wel met als conclusie om er helemaal mee te stoppen. Je moet het maar te horen krijgen! Zelf onderging ik bijna twee jaar geleden een operatie met als risico dat ik niet meer intensief zou kunnen sporten. Dan zou ik nog wel kunnen fietsen, maar een heuvel beklimmen zou ik dan niet meer kunnen. Van alle mogelijke gevolgen van de operatie vond ik dit de moeilijkste. Bij mij pakte de operatie gelukkig anders uit, voor Berry liggen de kaarten helaas anders.

Een moeilijk moment had hij toen hij wandelde en een groepje fietsers zag aankomen. Hij hoorde het geratel van de wielen en pinkte toch een klein traantje weg. En zo zijn er meer momenten dat het lastig is.

Tegelijkertijd zie ik berusting bij Berry, zoals ik dat vaker heb gezien bij mensen die worden geconfronteerd met een groot verlies. Het omgekeerde, compleet verzet, komt uiteraard ook voor. Ik vergeet nooit de woorden van een renner in de ambulance tijdens de Tour de France “zet me op mijn fiets!” Later won hij zelfs nog Luik-Bastenaken-Luik. Weet je al over wie ik het heb? Berry reageerde soortgelijk toen de arts hem vertelde dat fietsen niet meer kan. “Maar ik ga niet stoppen met fietsen!”

Wat die fiets toch met ons doet?! Heel bijzonder vind ik. Berry staat langs de kant. Meegenietend met andere fietsers, zelf op zoek naar een nieuwe passie. En die vindt hij inmiddels in wandelen en natuurfotografie. Wandelen kan met een aanzienlijk lagere hartslag, dus dat kan gewoon. En wandelen is natuurlijk ook fantastisch. Het biedt zelfs dingen die fietsen echt niet levert. Daarvoor gaat het te snel. Wandelend beleef je meer van de natuur, ruik je meer en hoor je meer. Dat is ook waarom ik zelf zo van wandelen houdt. Zeker naast gravel.

Berry, bedankt voor de mooie wandeling en je openhartigheid. Ik wens je veel mooie wandelingen toe en hoop dat je op een andere manier van de wielersport gaat genieten (wat je volgens mij al doet). Jouw verhaal laat ook zien dat je de belangrijke dingen beter niet kunt uitstellen, laat staan dat je ze helemaal niet doet. Te vaak kiezen we voor het gemak van niet doen of fietsen we te vaak waar we al zo vaak fietsen. Het loont echt om eropuit te gaan en om gebieden te verkennen waar je nog nooit eerder geweest bent. Zoals het ook loont om routes te fietsen waarvan je misschien denkt dat je het helemaal niet kunt. Denk dan aan wat de commando’s in Kamp van Koningsbrugge zeggen: “Als je denkt dat je niet meer kunt, dan zit je nog maar op 40%.” Laten we die andere 60% dus ook wat vaker verkennen.

Christiaan Warger

keyboard_arrow_up