Gravel in Lage Vuursche

Lage Vuursche 02
Lage Vuursche 03
Lage Vuursche 04
Lage Vuursche 06
Lage Vuursche 08
Lage Vuursche 10
Lage Vuursche 11
previous arrowprevious arrow
next arrownext arrow

Buiten in Kuil – Zevenlindenweg 9, Lage Vuursche
Parkeren is gratis.

Drie heerlijke gravelroutes van Gijs Bruinsma, medeorganisator en routebouwer van Where The Streets Have No Name. Start is bij het prachtig gelegen boscafé Buiten in de Kuil.

De routes zijn heel afwisselend, ook qua ondergrond, reken dus ook op wat kilometers over asfalt. Onderweg valt er ook het nodige te zien, bijvoorbeeld Paleis Soestdijk en andere landhuizen. De omgeving is erg mooi en eveneens afwisselend. Ook kom je onderweg genoeg horecagelegenheden tegen mocht je ergens even wat willen drinken of eten.

De routes zijn goed te doen en zeker niet zwaar. En als je na de route nog energie over hebt, kun je altijd nog afsluiten met een rondje mountainbiken. Reken dan wel op veel draaien en keren. De eerste keer dat ik hier de mountainbikeroute fietste op mijn gravelbike werd ik er een beetje duizelig van. Maar inmiddels verfijn ik er mijn bochtentechniek en gaat het steeds beter (en sneller). Vergeet dan niet een mtb-vignet te kopen, dat kan onder andere bij Buiten in de Kuil. Maar genoeg over mountainbiken. Ik wens je alvast veel plezier met deze drie heerlijke gravelroutes!

Groet Christiaan

Bandentip voor deze route: Schwalbe G-One Allround van 35 mm of breder
In dit bosrijke gebied zijn banden met veel profiel het grootste deel van het jaar geen noodzaak, je kunt hier dus prima terecht met banden als de G-One Allrounds van Schwalbe. In de herfst en winter, zeker als het veel geregend heeft, zou ik echter kiezen voor de G-One Bites. Dan heb je meer grip in de bochten en op de meer modderige stukken die je hier dan ook hebt.

Members Only

Voor deze routes heb je een Membership nodig.
Ben je al lid? Klik dan op een van onderstaande routes.
Na inloggen op Ride with GPS zie je de route.

Lage Vuursche 30 km
Lage Vuursche 50 km
Lage Vuursche 77 km

Met dank aan Gijs Bruinsma