Soms zijn we net varkens!
Het is iets waar ik me regelmatig aan stoor: afval in de natuur en op straat. In het gras zie je het niet altijd omdat er regelmatig gemaaid wordt. Niet alleen het gras, ook het afval wordt namelijk gemaaid. Het is er dus nog steeds, maar na het maaien in talrijke kleine stukjes.
In het buitenland is dit niet anders en soms zelfs (vele malen) erger. Tenzij je naar Zwitserland gaat. Het viel ons afgelopen zomer als eerste op. Nergens afval. Niet langs de kant van de weg, niet op het trottoir, niet in de bochten van afritten. In de grote steden is het wellicht een ander verhaal, maar waar wij waren hebben we maar 1 stukje afval gevonden. Die vind ik in Nederland moeiteloos als ik ons huis uitstap (we wonen direct aan de straat).
Op de weg naar huis staan we in de file. In de baan naast ons zie ik een dikke BMW met een enorme trailer met 2 Jetski’s. De man achter het stuur laat zijn arm losjes uit het raam hangen. Met een sigaret. Zodra die op is, blijkt de snelweg voor even zijn asbak. Ik neem het waar, zie het gemak waarmee deze handeling zich voltrekt en denk aan de filter die, als je hem opeet, een eind aan je leven maakt. Of dit alleen voor jonge kinderen (en dieren) geldt of ook voor volwassenen weet ik niet. Het idee van miljoenen, misschien zelfs miljarden dodelijke filters op straat en in de natuur vind ik al bizar genoeg.
Het grootste probleem met afval is dat we het zo normaal zijn gaan vinden. En ook als je daar niet aan mee doet, doe je het soms ongemerkt toch. Zo morsen onze tubeless banden af en toe een beetje latex uit onze banden. Of denk aan de sprietjes op gloednieuwe banden. Na een tijdje zitten ze er niet meer op en liggen ze dus ergens in de natuur. Of de verpakking van een reep die je in een achterzakje dacht te stoppen, is toch ergens anders terechtgekomen.
Misschien valt de impact mee, maar alles bij elkaar toch zeker niet. Uiteindelijk valt alle plastic uiteen in miljoenen, zelfs miljarden deeltjes microplastics die we zelfs terugvinden in de baarmoeders van mama’s die hun ongeboren baby’s ermee voeden. Dat zou toch niet mogen! Als we een flesje bronwater drinken krijgen we duizenden deeltjes microplastic binnen. Wat we zaaien (weggooien), zullen we oogsten (eten/drinken). Het lijkt wel een natuurwet. En een ongelooflijk smerig idee natuurlijk dat helaas al realiteit is.
Als we fietsen, weten we hoe fijn het is om in de natuur te zijn. In Zwitserland ervaar ik hoe fijn het is om in een (voor het oog) schone natuur rond te lopen. Op de terugweg realiseer ik me hoe we zijn afgegleden en echt denken dat je zomaar iets weg kunt gooien. De man in de BMW heeft in ieder geval geen idee wat hij zo achteloos deed. En wij zijn allemaal (een beetje) als die man in de BMW. Ieder op zijn eigen manier.
Dat zal niet zomaar veranderen, we hebben ook niet altijd de keuze. Maar als we kunnen kiezen, dan kan de wereld stap voor stap een beetje beter worden. En die keuzes zijn er in overvloed. Dus kan Nederland ook een beetje als Zwitserland worden.
Christiaan Warger