Voor het eerst winterkamperen

Het stond al een tijdje op mijn verlanglijstje: een nachtje slapen in de kou. Afgelopen weekend was het zover. Op vrijdag reed ik naar Nijmegen om een nieuwe gravelroute te fietsen van ongeveer 75 km, daarna reed ik naar het natuurkampeerterrein van Staatsbosbeheer in Sint Anthonis om mijn nieuwe tentje op te zetten. Dat ging gelukkig heel makkelijk en eenvoudig. Binnen 10 minuten stond het tentje.

Maar belangrijker, bij temperaturen rond het vriespunt, zeker na een fietsrit, ook al kom je net uit een warme auto, koel je snel af. Dus na het opzetten van de tent meteen warm lopen om daarna het matje op te blazen; slaapzak erbovenop met een klein kussentje en klaar ben ik.

En wat dan? Wat nu?

Gelukkig moest ik nog naar Venlo om iets op te halen, maar ruim een uur later ben je dan weer terug. En wat dan? Het is koud, donker en er is niets te doen. Dan merk je meteen wat ‘doen, doen, doen’ is in ons leven. Altijd druk, altijd bezig, altijd in beweging: mentaal, emotioneel en/of fysiek. Het is ergens een permanente afleiding. Zelfs een vorm van cooping: de manieren die we ontwikkelen om te dealen met de moeilijke en minder aangename aspecten van ons leven. We hebben het er vaak moeilijk mee. En we willen heel veel van onszelf en worden soms ook overvraagd door anderen. Een soms giftige combi.

Even stil vallen. Niets doen. En we vervelen ons meteen of we voelen ons meteen ongemakkelijk. Hoewel ik me deze keer niet echt verveelde. Ook deed ik niets en deed ik geen poging om iets zinnigs te doen. Ik lummelde wat rond de tent. Keek ook vaak het bos even in om iets te zien wat grotendeels onzichtbaar was. Dat wel kijken maar nauwelijks iets zien vind ik fascinerend. Je weet dat er meer is dan je kunt zien. Zoals met alles in het leven. We zien bijna niets maar (kunnen) weten dat er meer is. En dat is misschien wel de essentie van de filosofische blik. Die blik die bijna niets ziet en weet dat er meer is. Dit is wellicht ook de essentie van verwondering. Iets waar ik meer van zou willen met minder meningen, oordelen, verlangens en overtuigingen in een zogenaamd duidbare en overzichtelijke wereld. Bezien vanuit het oordeel althans.

Ik kruip in mijn tent. Lig voor het eerst 7 centimeter boven een koude grond. Ik verroer me zo min mogelijk en lig adembenemend in dit kleine tentje te wachten op wat komen zou. Ik wachtte eigenlijk niet op de slaap, ik wachtte op het moment dat ik het echt koud zou krijgen. Toch dommel ik langzaam in. Ik word regelmatig even wakker om snel weer in te dommelen tot het ongeveer 4 uur is en wakker wordt van de kou. Mijn voeten hebben het nog het meest te lijden. Ik pak een thermische lakenzak voor extra warmte. Stom dat ik dit niet meteen had gedaan toen ik in mijn slaapzak kroop. Nu had ik het koud en wilde ik niet uit mijn mummie slaapzak om het nog kouder te krijgen en probeer ik de lakenzak aan doen, wat nog niet zo makkelijk gaat vanwege het gebrek aan bewegingsruimte in zo’n slaapzak die vrij strak om je lichaam zit. Het duurt dan ook even voordat het was gelukt. Ik merk meteen effect maar niet genoeg. Eenmaal afgekoeld warm je namelijk moeilijk weer op. Wat niet helpt is dat de matras behoorlijk koud is en mijn voeten te koud blijven. Ik slaap niet meer echt in en lig in mijn slaapzak tot ik zie dat het 7 uur is. Ik ontspan volledig: ik heb het gehaald! Niet dat ik vreesde voor mijn leven, wel dat ik toch een beetje bang was om het te koud te krijgen. En koud had ik het, maar het was te doen.

Die ochtend voel ik me echt super relaxed. De woorden ‘haast’ en ‘stress’ zijn voor even verdwenen uit mijn vocabulaire. Ze bestaan niet. Het enige dat bestaat is de wereld om mij heen. Zelf besta ik ook niet zoals ik gewend ben. Ik ben er zeker, maar dat is het dan ook.

Ik zou ook niet weten wat ik ben en het maakt ook niets uit want er is even niemand die het iets uit kan maken. Iets is uitgegaan in mijzelf, iets dat innerlijke reuring en gedachtedriften veroorzaakt. Wat dat laatste is weet ik niet, maar het klinkt passend. Dat iets ontwaakt vrijwel meteen zodra de eerste gesprekjes met anderen beginnen. Mijn interesse heeft het echter niet. Dus verdwijnt het net zo snel als dat het tot leven kwam. Wonderlijk om te zien.

De dag van het gewone leven is begonnen. Maar de ontspanning blijft de hele dag grotendeels bij me en is zelfs een dag later nog aanwezig. Misschien nog wel het meest dankzij de kou die ook een dag later mijn lichaam nog niet volledig had verlaten.

Christiaan Warger

keyboard_arrow_up