De ‘Witte Cross’, de Strade Bianche van de Achterhoek, rijd ik op een bewolkte en wat sombere zaterdag begin augustus. Ik volg het advies op om de 65 kilometer versie te rijden vanwege de meeste onverharde paden en eerlijk gezegd vind ik de afstand meer dan voldoende.
Omdat ik die dag gast ben van Hotel Bakker in Vorden staat mijn auto daar voor de dag prima geparkeerd. In 5 minuten rijd ik vanuit het centrum van Vorden naar de route toe. Hoe mooi is de Achterhoek en wat kom ik er toch graag. Op de route met zijn brede zandpaden, onverharde lanen en boerenlandweggetjes heb ik alle gelegenheid rustig om mij heen te kijken. Het heeft de dagen ervoor geregend en daardoor zijn de paden stevig om op te rijden. Geen mul zand dus doorjakkeren.
Bij theetuin Boter raak ik in gesprek met eigenaar Erwin Rietman die de voormalige oude boterfabriek omtovert tot een sfeervolle B&B waarbij het water je uit de mond loopt. Ik krijg een rondleiding en ben direct ambassadeur van dit historische gebouw wat eind september als gastenverblijf zijn deuren opent. Mocht je de Witte Cross in september rijden, kan je het zelf bekijken want Boter is vast rustpunt voor de gravelleurs tijdens de tocht.
De route krijgt van mij een 9. Vanwege het schitterende landschap van de Achterhoek. Behalve Boter moet je voor horeca van de route af en daarnaast moet je van deze route met zijn 65 kilometer rustgevende brede zandpaden geen echte sensatie verwachten.
Arlette Boog